Waarom krijg je cellulite en kan je het verhelpen?

Tot wel 98% van de vrouwen heeft last van cellulite, in de volksmond ook wel sinaasappelhuid genoemd. Hoewel de aandoening geen bedreiging vormt voor je lichamelijke gezondheid, wordt ze vaak gezien als ontsierend en ongewenst. Daardoor kan cellulite een bron van stress en angst vormen voor sommige vrouwen.

Wat is het?

Cellulite of gynoïde lipodystrofie (niet te verwarren met de bacteriële infectie ‘cellulitis’) is een cosmetische aandoening die zich kenmerkt door een bobbelige huidstructuur, gelijkend aan die van een sinaasappel. Ze wordt veroorzaakt door veranderingen in de structuur van de vetcellen en het bindweefsel die onder het huidoppervlak liggen. Deze veranderingen kunnen ervoor zorgen dat je vetcellen erg groot worden en naar buiten duwen in het bindweefsel onder je huid.

Bovendien kunnen veranderingen in de bloedtoevoer naar celluliteweefsel ertoe leiden dat er extra vocht in het weefsel komt. Daardoor krijgt je huid het bobbelige uitzicht dat typerend is voor de aandoening. Cellulite komt bijna uitsluitend voor bij vrouwen en ontwikkelt zich meestal op de dijen, buik en billen.

Oorzaken

De reden waarom mensen cellulite ontwikkelen is nog steeds niet helemaal duidelijk, maar waarschijnlijk gaat het om een combinatie van factoren.

Hormonen

Cellulite ontstaat door veranderingen in de grootte en structuur van je vetcellen. Daarom vermoedt men dat hormonen zoals insuline en catecholamines, die betrokken zijn bij de afbraak en opslag van vet, een sleutelrol spelen bij de vorming ervan. Iemand met een hoog insulineniveau bijvoorbeeld, zal meer vet opslaan dan afbreken, en een hoger risico lopen op cellulite.

Aangezien de aandoening bijna uitsluitend bij vrouwen voorkomt, denkt men dat ook het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen een rol speelt. Cellulite ontwikkelt zich namelijk na de puberteit en wordt erger in perioden waarin vrouwen veranderingen in hun oestrogeenniveau ervaren, zoals bij zwangerschap en menopauze.

Geslacht

Vrouwen hebben veel meer kans om cellulite te ontwikkelen dan mannen. Een van de redenen daarvoor is het verschil in de manier waarop het bindweefsel en de vetcellen van vrouwen onder de huid zijn gerangschikt. Vrouwen hebben een groot aantal vetcellen die verticaal onder de huid staan en waarbij de celtoppen in een rechte hoek met het bindweefsel samenkomen. Mannen daarentegen hebben meestal een kleiner aantal vetcellen die horizontaal gerangschikt zijn, zodat ze plat tegen elkaar liggen. Het is dus veel waarschijnlijker dat de vetcellen bij vrouwen door het bindweefsel heen prikken en zichtbaar worden onder de huid.

Levensstijl

Cellulite kan er erger uitzien door ophoping van vocht in het omliggende weefsel. Sommige wetenschappers suggereren dat een inactieve levensstijl daar de oorzaak van is. Langdurig zitten zou namelijk de bloeddoorstroming verminderen, waardoor vocht zich ophoopt in gebieden die vatbaar zijn voor cellulite.

Ontsteking

Een andere theorie is dat cellulite een bindweefselaandoening is die wordt veroorzaakt door chronische, laaggradige ontsteking. Sommige wetenschappers hebben immuuncellen gevonden in celluliteweefsel die in verband worden gebracht met chronische ontsteking, zoals macrofagen en lymfocyten. Anderen betwisten deze theorie dan weer door een gebrek aan bewijs.

Lees ook: Buikvet is ongezonder dan overgewicht

Behandeling

Momenteel is er geen effectieve behandeling om volledig af te geraken van cellulite. Wel kunnen een evenwichtig dieet, lichaamsbeweging en een gezond gewicht helpen om de schade te beperken. Een medische behandeling is niet nodig voor de huidaandoening, maar als je bezorgd bent over het uitzicht van cellulite, kan je met je huisarts of dermatoloog praten over plastische chirurgie of over andere behandelingsmogelijkheden zoals crèmes en lotions, lasertherapie, mesotherapie (vele kleine injecties van vitaminen in de huid) en collageeninjecties. Er is echter weinig wetenschappelijk bewijs dat deze methodes succesvol zijn.

Bronnen:
https://www.healthline.com
https://www.mayoclinic.org