Innertree

View Original

Artrose of osteoartritis

Artrose of osteoartritis is een chronische en degeneratieve gewrichtsziekte. Dat wil zeggen dat het geleidelijk ontstaat en langzaam erger wordt en niet overgaat. Artrose genezen kan dus niet. Gelukkig evolueert artrose meestal zeer langzaam. Mits goede behandeling kan men de pijn verzachten, de evolutie van de ziekte vertragen en de beweeglijkheid van het gewricht grotendeels vrijwaren.

Wat is artrose of osteoartritis?

Artrose is één van de bekendste oorzaken van gewrichtspijn en één van de meest voorkomende reumatische aandoeningen. Het is een vorm van reuma waarbij de dikte en kwaliteit van het kraakbeen in de gewrichten achteruit gaat. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, kan je de ziekte op elke leeftijd krijgen.

Bij artrose neemt het kraakbeen af in dikte én in kwaliteit: het wordt dunner en zachter, er kunnen spleten in komen, het wordt ruw en het gaat afbrokkelen. Kraakbeen dat beschadigd is, herstelt niet meer. Uiteindelijk kan het kraakbeen zelfs helemaal verdwijnen.

Doordat er minder kraakbeen is, kan het gewricht de schokken van een beweging minder goed opvangen. De botuiteinden bewegen ook minder glad en soepel. Het bot probeert deze grotere belasting op te vangen door wat breder te worden. Aan de rand van het bot kunnen puntige, benige uitsteeksels ontstaan (osteofyten).

Het verlies van kraakbeen, het over elkaar heen schuren van bot en de osteofyten zorgen voor pijn. Het is ook mogelijk dat er kraakbeendeeltjes in de gewrichtsholte terechtkomen. Hierdoor kan het slijmvlieslaagje onder het gewrichtskapsel (synovium) ontstoken raken en vocht uitscheiden. Het gewricht wordt warm, dikker door het vocht en stijf.

Lees ook Artrose : Symptomen en Diagnose

  • Kinesitherapeuten kunnen je daarnaast helpen bij het soepel houden van gewichten, trainen van spieren, aanleren van een goede lichaamshouding en in het omgaan met pijn. Ergotherapeuten leren je dan weer bewegen met zo min mogelijke belasting bij dagelijkse activiteiten.

  • Handtherapeuten kunnen na een operatie helpen bij het revalidatieproces om de functie en kracht van de hand te verbeteren.

  • Maatschappelijk werkers kunnen bepaalde hulp en aanpassingen voor je aanvragen.

  • Psychologen kunnen helpen in het omgaan met artrose.

Hoe ontstaat artrose?

Ondanks veel onderzoek is niet precies bekend wat de oorzaak van artrose is. Waarschijnlijk gaat het om een samenspel van verschillende factoren, zoals aanleg, erfelijkheid bij sommige aandoeningen, de bouw van een gewricht, de belasting van het gewricht door een lichaamshouding (bv. X-benen) of werkhouding, overgewicht, het verouderingsproces, gewrichtsverwonding …

Meestal kan geen directe oorzaak worden gevonden, men spreekt dan van primaire artrose.

Bij secundaire artrose kan wel een duidelijke oorzaak aangeduid worden. Vaak gaat het om een beschadiging van het gewrichtskraakbeen door een breuk, operatie, een erfelijke afwijking van het gewricht, een infectie of een ontsteking van het gewricht (bijvoorbeeld door reumatoïde artritis), een beschadigde meniscus of zwakte van gewrichtsbanden. Secundaire artrose kan ook ontstaan door abnormale belasting van het gewricht.

Risicofactoren

  • Leeftijd: Met de leeftijd stijgt de kans op artrose.

  • Geslacht: Vrouwen hebben statistisch gezien twee maal zoveel kans om artrose te ontwikkelen dan mannen, hoewel het niet duidelijk is waarom. Vooral na de menopauze krijgen veel vrouwen artrose.

  • Erfelijkheid: In de ene familie komt artrose vaker voor dan in de andere. Erfelijke aanleg speelt een rol bij het ontstaan en verergeren van artrose. Als erfelijke aanleg meespeelt, krijg je het vaak op jongere leeftijd en in meerdere gewrichten. Heupartrose kan een gevolg zijn van erfelijke aanleg waardoor het heupgewricht slecht is gevormd (bv. heupdysplasie). Ook een overdreven soepelheid van de gewrichten, een beenlengteverschil… kunnen resulteren in een vroegtijdige kraakbeenafbraak.

  • Gewrichtsverwondingen: Verwondingen zoals sportblessures of verwondingen door een ongeval kunnen het risico op artrose verhogen. Een blessure waarbij het kraakbeen beschadigd is (zoals bijvoorbeeld een meniscusletsel in de knie) vergroot de kans op artrose op latere leeftijd.

  • Overgewicht: Door de constante extra druk op de gewrichten die het gewicht dragen (zoals de knieën en de heupen) hebben zwaarlijvige mensen meer risico op artrose.

  • Overbelasting of onderbelasting van het gewricht: Langdurige zware belasting van de gewrichten kan een rol spelen bij het ontstaan van artrose. Bij de knie bijvoorbeeld komt artrose vaker voor bij beroepen met zware fysieke belasting, zoals knielen, hurken en zwaar tillen. Handartrose kan ontstaan door langdurig zwaar handwerk. Omgekeerd heeft onderzoek aangetoond dat het niet bewegen van het gewricht tot versnelde afbraak van het gewrichtskraakbeen leidt. We zouden het gewrichtskraakbeen kunnen vergelijken met een spons. Door het regelmatig uitknijpen van de spons wordt het gewricht gevoed met voedingsstoffen en blijft de spons soepel. Op het moment dat dit niet gebeurt droogt de spons uit. Ook bij te zware belasting gaat de spons kapot. De kunst is dus om een evenwicht te vinden tussen overbelasting en onderbelasting.

  • Andere ziekten van de gewrichten: Jicht, artritis (bijvoorbeeld reumatoïde artritis, spondyloartritis of septische artritis) en de ziekte van Paget verhogen het risico op het ontwikkelen van artrose.

Wat kan je zelf doen?

  • Gezond gewicht: Een gezond gewicht verkleint de kans op artrose en beperkt de klachten ten gevolge van artrose. Zeker bij mensen met overgewicht is het uitermate belangrijk om gewicht te verliezen, eventueel onder begeleiding van een diëtist: hoe minder gewicht, des te minder druk er op de gewrichten komt.

  • Gezonde voeding: Er is weinig bekend en wetenschappelijk bewezen over het effect van voeding op reumatische klachten. Ga voor jezelf na welke voeding goed werkt. Desalniettemin is gezonde en gevarieerde voeding belangrijk: geen of in beperkte mate alcohol, niet roken, voldoende drinken (water, koffie/thee zonder suiker en melk), gevarieerd eten, dagelijks 2 groenteporties, dagelijks 2 fruitporties, 2 keer per week vette vis.

  • Vermindering van de belasting: Het is belangrijk om (over)belasting van de gewrichten te vermijden. Een ergotherapeut of kinesist kan je hierover adviseren en leren om te bewegen zonder de gewrichten al te zeer te belasten. Belast je gewrichten sowieso niet te lang achter elkaar. Neem pauzes, en verander regelmatig van houding. Als je bijvoorbeeld artrose hebt in een hand, gebruik dan waar mogelijk je andere hand. Bij artrose in de nek kan je ter ondersteuning tijdens het rusten een klein kussentje gebruiken. Er bestaan ook speciale kussens in verschillende maten met extra nekondersteuning. Draag gemakkelijke schoenen die niet knellen en uw voeten voldoende steun geven, evt. met dikke schokdempende zolen of steunzolen indien nodig. Vermijd een lange autorit, neem regelmatig pauze en wandel dan een stukje. Soms kan een brace of een spalk helpen om het gewricht te ontlasten.

  • Hulpmiddelen: Als de artrose erger wordt, kan het zijn dat je meer moeite hebt om bijvoorbeeld een potje met schroefdeksel of een kraan te openen, om zelf kousen aan te doen, enz. Er bestaan eenvoudige hulpmiddelen die deze taken kunnen vergemakkelijken. Wacht niet met hulpmiddelen tot je een bepaalde handeling niet meer kunt uitvoeren. Ze kunnen je helpen je gewrichten te ontzien waarmee verergering van je klachten wordt voorkomen. Vraag een ergotherapeut om advies.

  • Ontspanningsoefeningen: Yoga, tai chi of meditatie kunnen helpen bij pijnverlichting. Geef dit voldoende tijd.

  • Bewegen: Verantwoord bewegen is belangrijk als je artrose hebt. Je beweegt voldoende wanneer je dagelijks een half uur matig intensief beweegt (fietsen, wandelen, klusjes in huis). Het is een fabeltje dat bewegen schadelijk zou zijn voor je gewrichten. Kraakbeen is een van de weinige weefsels in het lichaam zonder bloedvaten. Het wordt gevoed door de gewrichtsvloeistof. Door lichaamsbeweging wordt die vloeistof voortdurend het gewricht ingepompt en uitgezogen, zoals bij een spons. Mensen met artrose moeten dus blijven bewegen. Beweging houdt het gewricht soepel, versterkt de spieren rond het gewricht en vermindert de pijn.

    Het is belangrijk dat je elke dag oefent met de gewrichten die pijnlijk of stijf zijn. Luister hierbij goed naar je lichaam. Wanneer je tijdens het bewegen meer pijn krijgt in het gewricht, stop dan die beweging. Als je na het bewegen meer pijn krijgt, belast het gewricht een volgende keer dan wat minder. In het algemeen zijn alle bewegingsvormen goed waarin de gewrichten niet te zwaar worden belast, zoals wandelen, fietsen en zwemmen, maar ook bijvoorbeeld tai-chi en yoga. Zwemmen of bewegen in verwarmd water is een goede manier van bewegen, omdat het water je gewrichten ondersteunt. Contactsporten en sporten met grote lichamelijke belasting of piekbelasting zoals springen of hardlopen, maar ook tennis kan je beter vermijden. Vooral de onverwachte bewegingen en het springen geven een te zware belasting voor de gewrichten.

  • Oefentherapie: Eventueel zal je een aangepast oefenprogramma moeten volgen onder begeleiding van een kinesitherapeut. Oefentherapie helpt je spieren te versterken en het gewricht te ontlasten.

Geneesmiddelen

Medicatie kan deel uitmaken van de behandeling. Er zijn momenteel nog geen medicijnen die de artrose kunnen afremmen. Ze kunnen wel helpen de pijn te verlichten en stijfheid te verminderen en om eventuele ontstekingen af te remmen.

Pijnstillers

Soms volstaan eenvoudige pijnstillers die snel werken.

Paracetamol, eventueel met codeïne, wordt meestal als eerste geneesmiddel gebruikt in de behandeling van artrose. Paracetamol is een relatief veilig geneesmiddel mits het niet in te hoge dosis ingenomen wordt.

Opiaten zijn sterke pijnstillers maar worden enkel bij erge pijnen gebruikt. Het risico op verslaving is niet te verwaarlozen.

Ontstekingsremmers

Deze geven eveneens snel verlichting, maar zijn niet voor iedereen geschikt.

Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) verlichten de pijn en remmen de ontsteking. Omwille van de veiligheid worden deze pijnstillers zo kort mogelijk gebruikt. Bij langdurige inname en bij grote dosissen is de kans op bijwerkingen groter

Je arts kan ook een crème voorschrijven waarin een ontstekingsremmers zit, zoals diclofenac. Deze crème wordt in je huid opgenomen en werkt op de plek waar je hem smeert. Het smeren is ontspannend en leidt af van de pijn.

Corticosteroïden

Inspuitingen in het gewricht (Intra-articulaire injecties) van corticosteroïden in het aangetaste gewricht kunnen pijn en ontsteking verminderen. De klachten komen daarna wel terug: de injectie remt de ontsteking, maar de artrose blijft bestaan. Injecties bieden dus voor een bepaalde tijd uitkomst. Te veel injecties kunnen tot gewrichtsschade leiden.

Hyaluronzuur

De injectie van een basisbestanddeel van kraakbeen, een dikke (visceuze) vloeistof in het gewricht kan in de beginstadia bij ongeveer de helft van de patiënten invloed hebben op de pijn en de beweeglijkheid verbeteren. In een vergevorderd stadium van artrose heeft hyaluronzuur weinig effect. Hyaluronzuur wordt vooral in de knie gebruikt. Dit middel moet enkele keren worden ingespoten. Hyaluronzuur heeft ongeveer hetzelfde effect als een injectie met corticosteroïden. Het gebruik heeft weinig nadelen.

Chirurgie

Chirurgie is maar voor een minderheid van de patiënten nodig.

Gewrichtsvervanging

Bij ernstige vormen van artrose, wanneer het gewricht blokkeert of als de artrose met veel pijn en/of ernstige hinder bij lopen of bewegen gepaard gaat, kan het nodig zijn het gewricht geheel of gedeeltelijk te vervangen door een kunstgewricht. De heup- en kniegewrichten zijn de meest vervangen gewrichten. Maar tegenwoordig kunnen schouder, elleboog, vinger of enkelgewrichten ook vervangen worden.

Na de operatie is het gewricht doorgaans pijnvrij en is er sprake van een verbeterde gewrichtsfunctie. Een kunstgewricht functioneert echter minder dan een gezond eigen gewricht, afhankelijk van het vervangen gewricht.

Het is een zware ingreep die kan gepaard gaan met complicaties. Tevens is na de operatie een periode van intensieve revalidatie nodig. De leeftijdsduur van een kunstgewricht is afhankelijk van het gewricht, bv. bij een heup langer dan de knie. Het is ook afhankelijk van de leeftijd van de patiënt: een prothese bij iemand van vijftig jaar gaat minder lang mee en komt sneller los dan dezelfde prothese bij iemand van 75 jaar.

Artrodese

Wanneer het gewricht niet kan vervangen worden, kan men ervoor kiezen om het gewicht vast te zetten. Deze operatie verhindert elke vorm van beweging in het gewricht waardoor het gewricht zijn functie volledig verliest. Dit wordt soms gedaan met enkelgewrichten en bij artrose in de rug en duim.

Andere chirurgie

Wanneer een verkeerde stand van uw gewricht artrose veroorzaakt, of wanneer er vergroeiingen ontstaan of het kraakbeen verbrokkelt, kan een operatie soms soelaas bieden om erger te voorkomen.

Osteotomie

Wanneer de twee botuiteinden niet goed ten opzichte van elkaar staan kan dit de artrose veroorzaken of verergeren (dit komt voor bijvoorbeeld bij X-benen). De orthopedische chirurg kan dit herstellen door een snee in een van de botuiteinden te maken, waarna de botten beter ten opzichte van elkaar staan. Het doorgezaagde bot wordt vastgezet met metalen krammen, een plaat met schroeven of met behulp van pennen die door de huid naar buiten steken (externe fixatie).

Spoeling

Wanneer er losse stukjes kraakbeen in het gewricht voorkomen kunnen deze het gewrichtskapsel irriteren, waardoor het kapsel gaat ontsteken. De orthopedische chirurg kan dit voorkomen door de losse stukjes kraakbeen te verwijderen. Dit is een relatief kleine ingreep die gebeurt middels een kijkoperatie.

Kraakbeenhersteloperatie

Bij vergroeiingen of door een ongeval kan kraakbeen beschadigd raken, wat kan bijdragen aan het ontstaan van artrose. De orthopedisch chirurg kan dit voorkomen door het kraakbeen te herstellen. Bijvoorbeeld door een los stuk kraakbeen met kleine pinnen weer op het botuiteinde vast te hechten.

Osteofyten verwijderen

Artrose kan leiden tot vergroeiingen (osteofyten). Deze vergroeiingen kunnen de ontwikkeling van artrose bevorderen, maar leiden ook vaak tot extra stijfheid in het gewricht. De orthopedisch chirurg kan met een relatief kleine ingreep de osteofyten verwijderen en zo de stijfheid in het gewricht en verdere ontwikkeling van de artrose tegengaan.

Herstel kraakbeen

Er zijn de laatste jaren diverse technieken in ontwikkeling om het kraakbeen te herstellen via stamceltransplantatie, kraakbeentransplantatie en de vorming van implantaten uit gekweekt biologisch bot of kraakbeen (‘kraakbeenkweek’)..

Pijnkliniek

Als geneesmiddelen niet of onvoldoende werken, kan men in een pijnkliniek nagaan om het zinvol is om bepaalde zenuwen te blokkeren waardoor geen pijnsignalen meer worden door gegeven. Indien nodig, verwijst de huisarts je hiervoor door.

Bronnen:

www.reumanet.be
www.artrose.org
www.poly-artrose.nl
www.reumanederland.nl
www.bewegenzonderpijn.com

auteur: Sofie Van Rossom, gezondheidsjournalist